Column | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||||||
Het watertype 'Rivieren' wordt verder uitgesplitst in de ecotoopgroepen 'Hoofdstroom en Nevengeul' en 'Rivierbegeleidende wateren', waarbij de 'Hoofdstroom en Nevengeul' de meer dynamische wateren omvat en de 'Rivierbegeleidende wateren' zijn de wateren die in de uiterwaarden liggen en nevengeulen die slechts eenzijdig zijn aangetakt. De ecotoopgroep 'Hoofdstroom en Nevengeul' bestaat uit 10 ecotopen en de ecotoopgroep 'Rivierbegeleidende wateren' uit 15. Zoals beschreven op de pagina 'RWES-Aquatisch', worden de ecotopen onderverdeelt op basis van waterdiepte, mechanische dynamiek en bodemtype. Daarnaast worden eco-elementen ook gebruikt, om het ecotoop daar waar nuttig, verder te specificeren (zie figuur 1). Figuur 1: Mondriaanfiguur met de gebruikte conditionele factoren en eco-elementen voor het watertype 'Rivier'. In onderstaande figuren zijn voor elk ecotoop binnen de ecotoopgroepen 'Hoofdstroom en Nevengeul' en 'Rivierbegeleidende wateren' de mondriaanfiguren afgebeeld. Door te klikken op deze figuren, komt u op de pagina van de desbetreffende ecotoop. Op die pagina staat detailinformatie van de ecotoop.
| |||||||||||||||||||||
Section | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
In het watersysteem ‘Rivieren’ (en dus ook in de rivierbegeleidende wateren) zijn de volgende soorten representatief:
Column | | ||||||||||||||||||||
|
Soortsgroep | Soort |
---|---|
Zoogdieren | Otter, waterspitsmuis |
Vogels | Aalscholver, kuifeend, nonnetje, tafeleend, visdief, visarend, zwarte stern |
Vissen | Paling, baars, blankvoorn, brasem, snoekbaars |
Amfibieën en reptielen | Ringslang |
Macrofauna | Asellus aquaticus, Caenis luctuosa, Microtendipes gr. chloris, Polypedilum gr. sordens, Potamothrix moldaviensis, Valvata piscinalis |
Plankton | Oscillatoria, Cyclotella, Stephanodiscus, Skeletonema, Scenedesmus, Crucigenia, Chlamydomonas, Monorhaphidium |
Diep water
Matig diep water
Ondiep water
border | true |
---|
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
width | 80 |
---|
Rivierbegeleidende wateren
De invloed van de rivier op rivierbegeleidende wateren hangt af van de mate van verbinding met de rivier. Binnen RWES-Aquatisch is een onderscheidt gemaakt in waterlichamen die meer of minder dan 20 dagen per jaar overstroomd worden.
De rivierbegeleidende wateren die meer dan 20 dagen per jaar overstromen, hebben een eenzijdige, permanente of regelmatige verbinding met de rivier. Voorbeelden van dit type wateren zijn strangen en plassen. De relatief vaak overstroomde wateren vervullen een belangrijke rol als kraamkamer en foerageergebied voor vogels en vissen. In de diepere waterlichamen overwinteren vaak grote aantallen vissen. In de waterlichamen die minder vaak overstromen, krijgen waterplanten, zoals schedefonteinkruid, gele plomp en watergentiaan, meer kansen. Het voorkomen van diersoorten die afhankelijk zijn van waterplanten, zoals snoek en rietvoorn en een groot aantal soorten macrofauna, neemt daardoor ook toe.
De rivier begeleidende wateren die minder dan 20 dagen per jaar overstromen hebben geen open verbinding met de rivier. Alleen tijdens perioden van (extreem) hoogwater staan deze waterlichamen in contact met de rivier. In ondiepe wateren kan het maar beperkt in contact staan met de rivier leiden tot droogval. Voorbeelden van dit type wateren zijn zand- en grindgaten, kleiputten, strangen en kolken. Door de beperkte verbinding met de rivier wordt de waterkwaliteit niet alleen door rivierwater bepaald, maar ook door neerslag en eventueel kwel. In combinatie met de geringe mechanische dynamiek wijken deze wateren, ecologische gezien, af van de meer overstroomde wateren. Zo neemt voor fytoplankton het aandeel kiezelwieren af ten gunste van groenwieren en ontwikkelt de watervegetatie gemeenschap zich rijker. Hierdoor komen witte waterlelie, watergentiaan en drijvend fonteinkruid meer voor. Daarnaast is er vaak minder vis aanwezig en dit biedt kansen voor amfibieën, zoals kamsalamander en knoflookpad, doordat hun larven minder door vis wordt opgegeten.
Zeer diep en Diep water
Matig diep water
Ondiep water
>20 d/j overstroomd, diep, zand
>20 d/j overstroomd, matig diep, zand
>20 d/j overstroomd, ondiep, zand
>20 d/j overstroomd, diep, klei
>20 d/j overstroomd, matig diep, klei
>20 d/j overstroomd, ondiep, klei
>20 d/j overstroomd, diep, hard
>20 d/j overstroomd, matig diep, hard
>20 d/j overstroomd, ondiep, hard
<20 d/j overstroomd, diep, zand
<20 d/j overstroomd, matig diep, zand
<20 d/j overstroomd, ondiep, zand
<20 d/j overstroomd, diep, klei
<20 d/j overstroomd, matig diep, klei
<20 d/j overstroomd, ondiep, klei