scrollbar |
---|
Bosrietzanger - Acrocephalus palustris
Algemeen
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wiki Markup | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
{scrollbar}
h1. Bosrietzanger - _Acrocephalus palustris_
h1. Algemeen
{section}{column:width=80%}
|| Algemene kenmerken || ||
| Naam
|
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen (leef-
...
en
...
broedgebied)
...
De
...
bosrietzanger
...
komt
...
voor
...
in
...
zoetwatergebieden
...
en
...
broedt
...
voornamelijk
...
in
...
drogere
...
delen
...
van
...
moerassen.
...
Daarnaast
...
komt
...
hij
...
relatief
...
veel
...
voor
...
in
...
droge
...
biotopen
...
buiten
...
de
...
moerassen.
...
Het
...
broedgebied
...
bestaat
...
uit
...
dichte,
...
vochtige
...
ruigten
...
met
...
kruiden,
...
veelal
...
met
...
struikopslag,
...
zoals
...
de
...
verruigde
...
delen
...
van
...
rietmoerassen,
...
spoorbermen,
...
kanaalbermen,
...
wegbermen,
...
dijktaluds,
...
verruigde
...
opspuittereinen,
...
broekbossen,
...
grienden,
...
en
...
open
...
populierenbossen
...
met
...
een
...
dichte
...
ondergroei
...
van
...
kruiden.
...
De
...
overkoepelende
...
voorwaarde
...
is
...
dat
...
er
...
resten
...
voorkomen
...
van
...
opgaande,
...
overjarige
...
kruiden.
...
Deze
...
structuren
...
zijn
...
80
...
tot
...
180
...
cm
...
hoog,
...
liggen
...
in
...
een
...
open
...
landschap
...
dat
...
wordt
...
afgewisseld
...
met
...
struiken
...
en
...
bomen.
...
De
...
planten
...
brandnetel,
...
riet
...
(gemend
...
met
...
brandnetel),
...
moerasspirea,
...
koninginnekruid
...
en
...
wilgeroosje
...
hebben
...
de
...
voorkeur.
...
Rivieroevers
...
met
...
een
...
grote
...
opslag
...
van
...
hoge
...
ruigtekruiden
...
vormen
...
een
...
ideale
...
broedlocatie.
...
Een
...
te
...
grote
...
dichtheid
...
van
...
de
...
vegetatie
...
heeft
...
een
...
negatieve
...
invloed
...
op
...
de
...
nest
...
mogelijkheid.
...
De
...
gemiddelde
...
afstand
...
tussen
...
nestlocatie
...
en
...
foerageergebied
...
bedraagt
...
30
...
meter
...
...
.
Voedselhabitat en strategie
De bosrietzanger eet uitsluitend kleine invertebraten, zoals insecten, spinnen en slakken. Deze bejaagd hij in hoge kruiden, struiken en in bosjes en bomen #1.
Reproductie en migratie
Het broedseizoen loopt van eind mei tot eind augustus. Er wordt één broedsel per jaar gelegd. De eieren worden vanaf eind mei tot ver in juni gelegd. Dit zijn 3 tot 6 eieren die na 12 tot 14 dagen uitkomen. Hierna zijn de jongen na 9 tot 11 dagen vliegvlug en na 15 tot 19 dagen onafhankelijk #1.
In juli en augustus trekken de bosrietzangers naar Zuidelijk Afrika. De jongen vertrekken pas in augustus. Rond eind april komt de hoofdmoot weer in de broedgebieden aan #1.
Leeftijd en mortaliteit
Predatie heeft, door de locatie keuze van de bosrietzanger, weinig invloed op het nestsucces. Een groter effect heeft echter de koekoek, die zijn eieren in de nesten van de bosrietzanger legt en het opkomen van de jongen van de bosrietzanger verkleint. Nesten van de bosrietzanger in open vegetaties lopen een minder groot risico op koekoekseieren #1.
Dosis-effect relaties
Stoomdiagram
Dosis-effect relaties
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Section | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Ornithologisch Basisregister #2
ecotoop-gebied | nest | voedsel |
---|---|---|
open water |
|
|
rietvegetaties | + | + |
ruigten | + | + |
zandige, open ruigten en pioniersvegetaties |
|
|
heide stuifzand, veen, open duin |
|
|
grasland |
|
|
akkers |
|
|
struwelen | ++ | ++ |
bos |
|
|
bebouwd gebied |
|
|
open gebied |
|
|
Het nest wordt gemaakt op de kruilaag of de lage struiklaag.
Het voedsel wordt gezocht op de kruilaag of de lage struiklaag.
De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van vochtige open struwelen.
Onzekerheid en validatie
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.
Toepassingsgebied
Nederland.
Voorbeeld project
Niet aanwezig
Referenties
1
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
2
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|