Noordse woelmuis - Microtus oeconomus
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Noordse woelmuis - Microtus oeconomus |
Regio |
Nederland, Noord-Europa, Noord-Azie, Noord-Amerika |
Watersysteem |
wetlands, oevers, meren |
Natuurparameter |
zoogdieren |
HR nr |
H1340 |
Factsheet opgemaakt door |
K.E. van de Wolfshaar |
|
Foto: www.nioz.nl/vleet/ |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De Noordse Woelmuis komt in Nederland verspreid over het benedenrivierengebied en het veenweidegebied voor. De habitat wordt gekenmerkt door een dynamisch milieu met wisselende waterstanden en hoge bedekkingsgraad aan vegetatie. De soort gedijt goed in vochtige tot zeer natte rietlanden, natte hooilanden en periodiek overstroomde terreinen #1, in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten #4. De soort heeft een duidelijke voorkeur voor natte terreinen, zoals rietland, moeras, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien en periodiek overstroomde terreinen. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft, kan hij goed eilandjes bereiken, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt. In veel gebieden wordt de soort namelijk verdrongen door de veldmuis en aardmuis #1.
Voedselhabitat en strategie
De Noordse woelmuis eet voornamelijk scheuten van (water) planten zoals bies #1.
Reproductie en migratie
De Noordse woelmuis is territoriaal. In Nederland, Duitsland en Oosterijk duurt het voortplantingsseizoen van april tot oktober. In noordelijker streken duurt het voortplantingsseizoen van mei tot september #2.
Leeftijd en mortaliteit
De Noordse woelmuis wordt zo'n 1.5 jaar oud #2
Dosis-effect relaties
vegetatiesuccessie |
HSI |
---|---|
vochtig rietland |
1 |
drogere riet-ruigtes |
0.8 |
overige vetaties |
0 |
Referentie: #3
NB: De informatie over vegetatie is in het Volkerak-Zoommeer project afkomstig uit de waterplantenmodule (oevervegetatie, HSI > 0.5) en de ecotopenkaart (verspreiding riet-ruigtes).
areaal (m2) |
HSI |
---|---|
0 |
0 |
50 |
0.6 |
150 |
1 |
> 150 |
1 |
Referentie: #3
NB: Andere standplaatsfactoren zoals begrazingsdruk, maaibeheer en voedselrijkdom zijn ook van belang voor de mate van voorkomen van de Noordse Woelmuis. Omdat deze factoren niet veranderen onder invloed van de verschillende varianten zijn ze niet van invloed op de uitkomst van de habitatanalyse. Daarnaast kan verwacht worden dat de waterkwaliteit veranderd. De mate van verandering is echter niet onderscheidend voor het voorkomen van de Noordse Woelmuis. Deze standplaatsfactor wordt dan ook buiten beschouwing gelaten.
Onzekerheid en validatie
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Andere standplaatsfactoren zoals begrazingsdruk, maaibeheer en voedselrijkdom zijn ook van belang voor de mate van voorkomen van de Noordse Woelmuis. Omdat deze factoren niet veranderen onder invloed van de verschillende varianten in studie #4 zijn ze niet van invloed op de uitkomst van de habitatanalyse in deze studie.
Voorbeeld project
Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006
Referenties
1 Haasnoot, M. en Van de Wolfshaar, K.E.. Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006
2 http://nl.wikipedia.org/wiki/Noordse_woelmuis
3 Hollander, H. en J.O. Reinhold. 1999. HSI-Modellen voor 5 oevergebonden zoogdiersoorten. Voorlopige versie op basis van de huidige ecologische kennis. Rijkswaterstaat Dienst Weg en Waterbouwkunde. DWW Rapport W-DWW-99-011.
4 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/