Snoek - Esox lucius
Algemeen
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De snoek is een van de meest algemene en wijdverspreide vissoorten van Nederland. Hij komt voor in helder en stilstaand of langzaam stromend water met een structuurrijke onderwater- en oevervegetatie. De vegetatie dient als schuilplaats en foerageergebied 2. Vanuit de vegetatie slaat de snoek toe op de prooi. Hij moet het hierbij hebben van zijn snelheid (kort) en verassing, in de achtervolging verliest de snoek het.
Afhankelijk van het voedselaanbod en de watertemperatuur kan de snoek snel groeien 2. In het eerste jaar kunnen al lengtes bereikt worden van 30 cm. De maximale lengte die de snoek kan bereiken is 140 cm 2.
Voedselhabitat en strategie
Bij een lengte kleiner dan 10 cm leeft de snoek voornamelijk van kleine kreeftachtigen en insectenlarven. Bij een lengte groter dan 10 cm begint de jacht op vis en gewervelde dieren, zoals kikkers. Bij het adulte stadium wordt naast kleine en grote vis en amfibieën, zelfs kleine watervogels en ratten gegeten. De snoek is dan ook geen kieskeurige eter; ze eten nagenoeg alles dat in hun betande bek past 2.
Reproductie en migratie
In het voorjaar (maart - april) vindt de paai plaats. Hiervoor worden ondiepe, vegetatierijke wateren opgezocht, met name oeverzones en ondiepe sloten. Vaak paait één vrouwtje met meerdere mannetjes. De eieren worden afgezet op waterplanten of hard substraat. 2. Voor het uitkomen van de eieren is de zuurstofrijkheid van het water, de zuurgraad, temperatuur en weersomstandigheden van belang. Daarnaast mogen de eieren niet droog komen te liggen 1.
Dosis-effect relaties
Stroomdiagram
In dit model is het paaigebied en het gebied van voorkomen van de snoek samen genomen.
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Aandeel paai habitat | Peildaling | Aandeel waterplanten/beschutting | Zichtdiepte | Zuurgraad | Vriesvrije periode | Temperatuur | Aandeel poelen, traag stomend - en stilstaand water | Silt depositie "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Snoek"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Stroomsnelheid paaihabitat | Waterplanten paaihabitat | Waterdiepte paaihabitat "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Geschiktheid Paaihabitat"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
Dosis-effect relaties
Paaihabitat
Overig
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Amerika 1.
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeldproject beschikbaar.
Referenties
1 Inskip, P.D., 1982. HABITAT SUITABILITY INDEX MODELS: NORTHEN PIKE, Biological services program and Division of ecological services, U.S. Fish and Wildlife Service , juli 1982
2 [www.ravon.nl] (Snoek) 18 december 2012