You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 7 Next »

Home

Zannichellia

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Zannichellia sp.

Regio

Alle continenten behalve Antarctica

Watersysteem

zoet tot brak, matig tot voedselrijk water

Factsheet opgemaakt door

Clara Chrzanowski


Zannichellia (Bron: #1)

 

Habitatbeschrijving

Zannichellia is een kosmopoliet en komt regelmatig verspreid in Nederland voor. Deze planten groeien op zonnige plaatsen in ondiepe oeverzones met matig tot zeer voedselrijk, hard water. Zannichellia groeit voornamelijk in stilstaand water, al kan het ook in zwak stromend water voorkomen (#2, #3). In Nederland groeien twee ondersoorten, te weten: Zittende Zannichellia (Zannichellia palustris spp. palustris) en Gesteelde Zannichellia (Z. palustris spp. pedicellata). Indien geen onderscheid mogelijk is op basis van afwezigheid van vruchten worden ze samen geteld als Zannichellia palustris s.l. (#4). De planten zijn 10 tot 50 cm lang met sterk vertakte drijvende draadvormige stengels. De bladeren zijn maximaal 2 mm breed. Bloeitijd is van mei t/m september. Het substraat is voornamelijk zand of klei met een hoog percentage of organisch materiaal. Zannichellia heeft ondiep groeiende wortelstokken die zich in het voorjaar horizontaal uitbreiden en een dichte plantenmat vormen. Vanaf mei begint de verticale groei wat in een dik pakket van stengels en bladeren in de bovenste waterlaag kan resulteren (#5). Door deze groeiwijze kan Zannichellia voor overlast zorgen bij recreanten.

Zittende zannichellia is kenmerkend voor zoete wateren, en groeit in Nederland vooral in het IJsselmeergebied, langs de grote rivieren, en in het westen van het land. De zaden behouden hun kiemkracht voor meer dan 5 jaar (#2). Deze soort heeft kou nodig om te kieming, terwijl dit bij Gesteelde zannichellia niet het geval is (#5). In het IJsselmeer groeit Zannichellia in ondiep (<1 meter), matig troebel water (extinctie-coëfficiënt 2-4 m-1) (#6).

Gesteelde Zannichellia is karakteristiek voor kleine, matig tot sterk brakke wateren (M31) (#7). Het zwaartepunt van de verspreiding van deze ondersoort ligt in de brakke wateren en sloten in het Deltagebied en de noordelijke rand van Friesland en Groningen. Deze ondersoort verdraagt grote fluctuaties in het zoutgehalte, en groeit vaak samen met andere kenmerkende brakwatersoorten als Fijn Hoornblad (Ceratophyllum submersum), Zilte waterranonkel (Ranunculus baudottii) en soms ook Snavelruppia (R. maritima) en Spiraalruppia (R. cirrhosae). In brakke kustwateren is deze soort beduidend concurrentiekrachtiger dan Gesteelde Zannichellia (#6). 

Dosis-effect relaties

Voor deze soort waren tot voor kort nog geen kennisregels beschikbaar. Op basis van een mixed model benadering zijn in 2014 kennisregels opgesteld. Meer details over de methode zijn terug te vinden in (#8) en (#9). Wat betreft het lichtklimaat zijn afzonderlijke dosis-effect relaties opgesteld voor zowel doorzicht als extinctie. Voor een toelichting op deze begrippen, zie de pagina’s doorzicht en extinctie.

Doorzicht:

P_ Zanni_sp= 1/(1+exp(-(-0.836283468+deelgebied-2.678429997*diepte_zom+0.093452326*(diepte_zom^2)+0.397326678*diepte_zom*doorzicht-0.000580393*strijklengte)))

Extinctie:

P_ Zanni_sp= 1/(1+exp(-(-1.596244827+deelgebied-1.714394462*diepte_zom+0.08105808*(diepte_zom^2)-0.263564618*diepte_zom*extinctie+0.556030451*extinctie-0.00051814*strijklengte)))

HGI Zanni_sp= 1 / (1+P_ Zanni_sp)

deelgebied = het gebiedsintercept. Dit houdt in dat een bepaald gebied een straf of bonus krijgt met betrekking tot het voorkomen van waterplanten. De straf of bonus is gebaseerd op de trainingsdataset voor de kennisregels ( - )
diepte_zom = de gemiddelde waterdiepte in de zomer (m)
doorzicht = secchi diepte (m)
extinctie = extinctiecoefficient (1/m)
strijklengte = de jaargemiddelde effectieve strijklengte met windkracht van 4 Bft of meer (m)

Onzekerheid en validatie

Deze dosis-effect relaties zijn gevalideerd op het Markermeer.

Toepasbaarheid

Markermeer en mogelijk ook andere zoete wateren waar weinig lange voorlanden aanwezig zijn (zoals het IJsselmeer)

Referenties

1 Zannichellia palustris s.l. foto: http://newfs.s3.amazonaws.com/taxon-images-1000s1000/Potamogetonaceae/zannichellia-palustris-le-dcameron-a.jpg
2  http://www.iucnredlist.org/details/164133/0
3  http://wilde-planten.nl/zittende%20zannichellia.htm
4  De Witte, B.J., M.L. Streekstra & A.D. Gul, 1995. Monitoring van waterplanten in het IJsselmeergebied 1995, RDIJ-werkdocument 95-4. Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied, Lelystad. Download pdf
5   Schaminée, J.H.J, E.X. Maier & J.C van Raam, 1995. Charetea fragilis. In: J.H.J. Schaminée, E.J. Weeda & V. Westhof, De vegetatie van Nederland. Deel 2 - Wateren, moerassen, natte heiden. Upulus press,          Uppsala/Leiden. 
6  Van Geest G. & R. Noordhuis 2014. Sturen op watervegetaties. Deltares, Utrecht. Download pdf

 STOWA, 2007. Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water. Rapport Stowa 2007-32, RWS-Waterdienst 2007-018. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer,  Utrecht. Download pdf

Zuidam, B. van, 2014, Upgrade kennisregels waterplanten Download pdf 

Zuidam, B. van, 2014, Upgrade kennisregels waterplanten - bijlage Download pdf

 

  • No labels