Een belangrijk concept van het NWM is dat het Delft-FEWS systeem rondom externe modellen en modules heen is gebouwd. In het NWM zijn de modellen van de specifieke onderdelen gekoppeld aan de juiste randvoorwaarden en aan de juiste modules en effectmodellen. Externe modellen worden in Delft-FEWS aangestuurd vanuit de “General Adapter”.

De general adapter stuurt tijdreeksen naar een extern model (bijvoorbeeld Sobek) en stuurt het model aan voor de gewenste periode. De resultaten van de simulatie worden aan het einde van de simulatie weer ingelezen in de Delft-FEWS database.

De general adapter bestaat zoveel mogelijk uit generieke onderdelen die voor meerdere modellen toegepast kunnen worden. In de general adapter zijn doorgaans de volgende activiteiten gedefinieerd: startUpActivities, exportActivities, executeActivities en importActivities.

De general adapter exporteert data in gestandaardiseerde formaten (o.i. NetCDF, PI-XML). De communicatie met het model zelf verloopt via een model adapter, welke op zichzelf doorgaans uit drie onderdelen bestaat:

  • Pre-adapter

In de pre-adapter wordt de input vertaald naar het model specifieke invoer formaat.

  • Module-adapter

De module adapter start de externe module of model op, op basis van de door de gebruiker meegeven randvoorwaarden (starttijd, lengte van de simulatie, warme of koude begintoestand).

  • Post-adapter

Nadat de simulatie is uitgevoerd worden de resultaten door de post-adapter naar een gestandaardiseerd formaat (bijv. NetCDF, PI-XML) geconverteerd, zodat deze door Delft-FEWS kunnen worden geïmporteerd.

 

De general adapter is onderdeel van de NWM configuratie en bevat zo min mogelijk informatie over de externe module of model (deze informatie zit in de module adapter).

Figuur 1  Overzicht integratie van externe modellen in het Nationaal Water Model

Op zowel de FSS-en als een FEWS standalone applicatie bevindt zich in de applicatie directory een subdirectory Modules, waarin zich de verschillende adapters bevinden (1). Om een extern model te kunnen draaien worden de volgende stappen uitgevoerd (zie Figuur 1):

  • Een workflow voert de general adapter uit.
  • De general adapter exporteert de input data naar de pre-adapter en start de pre-adapter, de module adapter en de post-adapter op.
  • Vanuit de pre-adapter wordt de input in het juiste formaat naar de module of model geëxporteerd.
  • De module adapter start de externe module of model op.
  • Nadat de simulatie is uitgevoerd worden de resultaten naar de post-adapter gestuurd;
  • In de post-adapter wordt de output data naar het published interface xml formaat geconverteerd.
  • De output data wordt in de general adapter in het door FEWS verwachte formaat geconverteerd en teruggestuurd naar het FEWS systeem.


 

  • No labels