H1160 - Grote baaien
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Grote baaien |
Regio |
Nederland |
Watersysteem |
kustwateren |
Natuurparameter |
Vegetatie- en habitattypen |
HR nr |
H1160 |
Factsheet opgemaakt door |
K.E. van de Wolfshaar |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De huidige Oosterschelde is het enige voorbeeld van dit habitattype in ons land. Zowel landinwaarts als zeewaarts heeft het gebied door de aanleg van dammen veel van zijn oorspronkelijke karakter verloren. De invloed van de rivier werd afgesloten door de aanleg van de Hellegatsdam bij Willemstad, terwijl de voltooiing van de stormvloedkering resulteerde in een gedeeltelijke afsluiting van de zee. Dit pronkstuk van de Deltawerken maakte dat de stroomsnelheden afnamen evenals de invloeden van het getij en was daarmee van grote invloed op de geomorfologie van de Oosterschelde. Al met al heeft het gebied zich ontwikkeld van een estuarium met platen en geulen tot een minder gedifferentieerde, ondiepe baai #1.
Milieurandvoorwaarden
Dit habitattype omvat grote inhammen (kreken en baaien) van de kust, waar - in tegenstelling tot estuaria - de invloed van zoet water beperkt is. De invloed van golven is relatief gering. Dergelijke inhammen bezitten doorgaans een grote diversiteit aan substraten, die een geschikt leefmilieu bieden aan verschillende gemeenschappen van wieren en schelpdieren. Vaak vertonen deze een kenmerkende zonatie. In het habitattype kunnen begroeiingen met Zeegras (Zostera marina en Zostera noltii) of Ruppia (Ruppia cirrhosa en Ruppia maritima) voorkomen. Net als habitattype H1130 - Estuaria is type dit habitattype op landschapsniveau gedefinieerd en omvat het uitsluitend de aquatische habitats. De hieraan grenzende schorren zijn beschreven als zelfstandige habitattypen (H1310 - Zilte pionierbegroeiingen, H1320 - Slijkgraslanden en H1330 - Schorren en zilte graslanden) en worden niet tot de 'kreken en baaien' gerekend. #1.
Beheer en ontwikkelingskansen
Dit habitattype is met name gevoelig voor veranderingen aan de stroomsnelheid en overstromingsfrequentie. Mechanische beschadigingen maken dit habitat ongeschikt als leeftgebied van zeegrassoorten#1.
Dosis-effect relaties
Grote baaien zijn landschapselementen die moeilijk te vatten zijn met standplaatsfactoren. Het voorkomen van zeegrassen is wel met standplaatsfactoren te voorspellen, vandaar dat deze hier als extra relatie is toegevoegd.
Stroomdiagram
Dosis-effect relaties
invloed |
HSI |
---|---|
geen zoet water |
1 |
weinig zoet water |
0.5 |
veel zoet water |
0 |
Referentie: #1
Aanwezigheid kenmerkende soorten
Groot zeegras en Klein zeegras zijn een belangrijke voedselbron voor veel organismen en daarmee een aanwinst voor dit habitattype. Daarom is de habitatgeschiktheid van Groot zeegras en Klein zeegras hier als extra dosis-effect relatie opgenomen. De dosis-effect relaties voor Groot zeegras en Klein zeegras zijn beschreven op de pagina's Groot zeegras - Zostera marina en Klein zeegras - Zostera noltii
Groot zeegras of Klein zeegras(HSI) |
HSI |
---|---|
0 |
0 |
1.0 |
1.0 |
Referentie: #2
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Het is zeer lastig om een landschapskenmerk te beschrijven aan de hand van standplaatsfactoren. Om die reden is het informatiever om de geschiktheid van een gebied, aangemerkt als grote baaien, voor zeegras te bepalen. Dit geeft een beeld van de kwaliteit van het gebied omdat zeegras als voedsel dient voor veel vis, vogel en zeezoogdieren en bovendien beschutting biedt aan vis. De aanwezigheid van zeegras is daarmee een verrijking van het gebied.
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeldprojekt beschikbaar op dit moment.
Referenties
1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006