You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 32 Next »

Home

Kleine modderkruiper - Cobitis taenia

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Kleine modderkruiper - Cobitis taenia

Regio

Nederland, Europa

Watersysteem

rivieren, meren

Natuurparameter

vissen

HR nr

H1149

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Foto: F. Ottburg

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De kleine modderkruiper komt in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland, Ierland, een groot deel van Groot-Brittannie, Noorwegen, Midden en Noord-Zweden en bijna geheel Finland. Het verspreidingsgebied wordt in oostelijke richting begrensd door het stroomgebied van de Lena Rivier in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en in het zuiden loopt de grens van de noordelijkste punt van Afrika via Midden-Griekenland naar Noord-West-Turkije en het zuiden van het G.O.S. 2.
De kleine modderkruiper komt voor in stilstaand tot middelmatig stromend wa-ter, dat zwak-brak mag zijn. Zowel in kleine slootjes, greppels, beken en kanalen als in de littorale zone van grote meren en in zandwinputten en overstroomde rivieroevers kan deze soort aange-troffen worden 2.

Voedselhabitat en strategie

In het algemeen wordt aangenomen dat deze vis pas in de avondschemering actief wordt en op zoek naar voedsel gaat en zich overdag in de bodem, onder stenen of waterplanten of in bedden van groene draadalgen (Cladophora of 'flab'), verborgen houdt 3.

Reproductie en migratie

De paaitijd valt in de periode van april-mei tot en met juli. De kleine modder-kruiper kan zich in zeer ondiep water (tot 4 cm) voortplanten. De geelachtig gekleurde eieren worden op stenen, aan (wortels van) waterplanten of in het 'flab' afgezet, of ze worden los op de bodem gedepo-neerd, waar ze dankzij hun kleverigheid geheel door substraatdeeltjes omgeven worden, zodat ze toch tegen predatie beschermd zijn 3.

Leeftijd en mortaliteit

De kleine moderkruiper is na 1-2 jaar geslachtsrijp. Mannetjes bereiken een leeftijd van 3 vrouwtjes een leeftijd van 4 jaar 3

Dosis-effect relaties

De dosis-effect relaties voor de Kleine Modderkruiper, zoals hieronder beschreven, zijn gebaseerd op de habitatkenmerken van vindplaatsen van deze vis.

Stroomdiagram


Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Bedekkingsgraad ondergedoken waterplanten| Bedekkingsgraad oevervegetatie| Waterdiepte|Zoutgehalte"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Algemeen"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];


Dosis-effect relaties

Bar chart for Bedekkingsgraad ondergedoken waterplanten showing HGI by klasse

klasse

HGI

1

0.2

2

0.3

3

0.4

4

0.5

5

0.6

6

0.7

7

0.8

8

0.9

9

1

Referentie: 2
Voor deze dosis-effect relatie is in bij 4 als maat van de bedekkingsgraad gebruik gemaakt van de HGI voor ondergedoken waterplanten (Ondergedoken waterplanten).

Bar chart for Bedekkingsgraad oevervegetatie showing HGI by klasse

klasse

HGI

1

0.04

2

0.06

3

0.08

4

0.1

5

0.12

6

0.14

7

0.16

8

0.18

9

0.2

Referentie: 2
Voor deze dosis-effect relatie is in bij 4 als maat van de bedekkingsgraad gebruik gemaakt van de HGI voor oevervegetatie (Oevervegetatie).

klasse

bedekkingsgraad

1

0 - 0.05

2

0.05 - 0.1

3

0.1 - 0.2

4

0.2 - 0.3

5

0.3 - 0.4

6

0.4 - 0.5

7

0.5 - 0.6

8

0.6 - 0.7

9

0.7 - 1

Bar chart for Waterdiepte showing HGI by diepte (m)

diepte (m)

HGI

0.10

0

0.10 - 1.50

1

> 1.50

0

Referentie: 2

Bar chart for Zoutgehalte showing HGI by zoutgehalte (gCl/L)

zoutgehalte (gCl/L)

HGI

0 - 0.01

0

0.01 - 2.7

1

> 2.7

0

Referentie: 2

Onzekerheid en validatie

Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn toepasbaar op zoet water in Nederland. Op alle niet zwaar vervuilde en niet te sterk eutrofe wateren, met een brede litorale zone of andere ondiepe gedeelten, kan dit model zonder bezwaar worden toegepast. Het model is echter onvolledig door bijvoorbeeld het ontbreken van relaties over eutrofiering en verontreiniging omdat hier over te weinig gegevens bekend zijn om relaties op te stellen 3.

Voorbeeld project

Volkerak-Zoommeer Habitat analyse (4).

Referenties

1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 Schouten, W.J.. Habitatgeschiktheid index model Kleine Modderkruiper Cobitis taenia L.. OVB, Nieuwegein. 1992
3 Klein Breteler J.G.P. en Kranenbarg, J.. Gidssoortenmatrix Ecologische Netwerkstudies: annex vis. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. OVB Onderzoeksrapport 87: 56 pp + 6 bijlagen. 2000
4 Haasnoot, M. en Van de Wolfshaar, K.E.. Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006

  • No labels