Het idee is om op een vernieuwende manier zand aan te brengen in het kustfundament voor het in stand houden van de kustlijn. In plaats van de gebruikelijke, verspreide suppleties wordt het zand op één plek aangebracht. Zo ontstaat, tijdelijk, een stuk land dat geschikt is voor andere doeleinden, met name recreatie. Deze kleinschalige manier van landaanwinning is een goede manier om te experimenteren met het aanleggen van eilanden in de Noordzee en geeft meer inzicht in het zandtransport langs de Nederlandse kust.
Het eiland voor één seizoen ligt vlak tegen de kust. Het is wadend door het water te bereiken, zelfs bij gemiddeld hoogwater. Het eiland heeft een diameter van circa 500 meter en de top steekt ongeveer 1,5 meter boven het gemiddelde hoogwaterniveau uit. Voor het eiland is 1,5 miljoen kuub zand nodig. De zeezijde van het eiland is een interessant gebied voor watersporters, de landzijde aantrekkelijk voor zonnebaders en 'pootjebaders'. Daarnaast kunnen andere faciliteiten worden toegevoegd, zoals strandtenten of een toegangsbrug, die aan het eind van het zomerseizoen weer worden verwijderd. Het onbeschermde eiland zal in het stormseizoen (deels) verdwijnen. Aan het begin van de volgende zomer kan het eiland dan met aanvullende zandsuppleties weer worden opgebouwd of uitgebreid. Een deel van het eiland zou wél verdediging kunnen krijgen. Dit zou bijvoorbeeld in combinatie met een groot kunstwerk, als een 'baken' en een symbool in zee kunnen dienen.
