Haringvlietsluizen op een kier

Unable to render embedded object: File (haringvliet kier.jpg) not found.
Door de deltawerken zijn de geleidelijke overgangen tussen zee en rivier veranderd in 'harde'overgangen tussne zoet en zout water. Het terugkrijgen van een overgangsgebied geeft nieuwe kansen voor planten en dieren, zoals voor trekvissen als zalm en forel, zodat de doelen van De Vogel- en Habitatrichtlijn gehaald kunnen worden.

In 2010 gaan de Haringvlietsluizen op een kier. Dit betekent dat de sluizen zowel bij eb als vloed een beetje open gaan. Momenteel zijn de sluizen alleen open bij eb en wordt rivierwater op de zee gespuid. Door de sluizen bij eb en vloed op een kier te zetten, kan het zoute zeewater het Haringvliet instromen. De opening van de Haringvlietsluizen is te klein om eb en vloed tot in de Biesbosch terug te brengen. Daarvoor is een verdere openstelling van de sluizen nodig.

Het openzetten van de sluizen moet aan bepaalde randvoorwaarden voldoen. De veiligheid en bescherming tegen overstromingen mag niet in gevaar komen. Zo ook de inname van zoetwater voor landbouw en drinkwater. Om dit te voorkomen worden een aantal innamepunten verplaatst. Het zoute water mag niet verder oostwaarts komen dan de denkbeeldige lijn tussen Middelharnis en de monding van het Spui.

De afspraak om de Haringvlietsluizen enigszins te openen is al in de jaren '90 gemaakt. Toen heeft de regering besloten de zoet-zoutwaterovergangen zoveel mogelijk te herstellen. Eerdere afspraken over het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen in 2005 en 2008 zijn uitgesteld om meer tijd te hebben voor compenserende maatregelen, zoals het verplaatsen van innamepunten van zoetwater.