You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Next »

Zomertaling - Anas querquedula

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Zomertaling - Anas querquedula

Regio

 

Watersysteem

 

Natuurparameter

vogels

HR nr

 

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Unable to render embedded object: File (Grauwe gans (www.wikipedia.org).jpg) not found.

[www.wikipedia.org]

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De zomertaling overwinterd in de Sahel en broed in ons land. Hiervoor kiest hij voor laag-Nederland, inclusief het rivierengebied 1. De belangrijkste regio's zijn de veengebieden in Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland en het Rivierengebied 1. Zij broeden hoofdzakelijk in graslanden en moerassen in zoetwatergebieden. Bij voorkeur zijn dit natte voedselrijke graslanden, met een waterpeil net onder het maaiveld, veel plas -dras situaties, doorsneden met vele ondiepe sloten met flauwe taluds en met een ruig karakter 1. Daarnaast kiest de zomertaling voor kleine en grote moerassen, vooral als deze grenzen aan grazige vegetaties. In het rivierenland wordt gekozen voor oude rivierarmen, strangen, wielen, kleiputten en plaatselijk in grienden 1. Het ideale broedhabitat vormen waterrijke rietlanden met ondiepe plassen en een grote diversiteit aan verlandinsituaties 1. Bosachtige omgevingen worden gemeden. Ook op zilte biotopen zoals schorren wordt gebroed 1.

Aan zeer kleine wateroppervlaktes met veel oeverplanten of drijvende waterplanten heeft de zomertaling al genoeg 1. Het foerageergebied en het broedgebied zijn niet gescheiden 1. In het zuiden, midden en oosten van Nederland, op de kalk- en voedselarme zandgronden, komt de zomertaling niet voor in oppervlakte wateren kleiner dan 2.5 hectaren. Mogelijk is de aanwezigheid van meerdere kleine wateren bij elkaar in laag Nederland doorslaggevend 1. In akkerbouwgebieden, waar de sloten smal zijn, ontbreekt de zomertaling geheel. Mogelijk hangt dit samen met smalle sloten, steile oevers en een achterland dat ongeschikt is om te dienen als broedgebied 1. Een 8 meter brede meanderende kreek wordt hierin als optimaal gezien. De voorkeur van de zomertaling gaat uit naar flauwe onregelmatige oevers. Deze onregelmatige structuur kan voorkomen uit vertrapping door vee of verruiging 1. Het is van belang dat de oever drassig is 1. Voor het vrouwtje van de zomertaling moet het na het foerageren mogelijk zijn om ongezien het water uit te klimmen en het nest weer op te zoeken. Dit om predatie van het nest te voorkomen 1. Dit maakt ook de uittreedhoogte van belang. Beschotting langs wateren maakt deze uittreedhoogte hoger en heeft daarom een negatief effect 1. Ook voorkomt dit een rijke oeverbegroeiing dat als beschutting moet dienen. Alle grondsoorten worden door de zomertaling gebruikt, zolang deze maar aan de eerder genoemde voorwaarden voldoen 1. De zomertaling is vooral in het broedseizoen een uiterst schuwe vogel en zeer verstoringsgevoelig 1.

De zomertaling heeft voorkeur voor sloten met een waterdiepte van 30 cm of minder 1. Hier wordt het voedsel gezocht. Daarbij komt de zomertaling alleen voor in stilstaand of zwakstromend water met een rijke oevervegetatie. Het peil mag niet te veel fluctueren een het zelfde geld voor de grondwaterstand 1.

Voedselhabitat en strategie

De zomertaling eet plantaardig en dierlijk voedsel dat uit de bovenste waterlagen wordt verzamelt. Dit slobbert hij op of hij pakt het al zwemmend met de kop onderwater 1. Het dierlijke voedsel bestaat uit insecten en hun larven, molluscen, crustaceeën, wormen, kikkervisjes en kleine visjes. Het plantaardige voedsel bestaat uit stengels, bladeren, wortels, wortelknollen en zaden van diverse soorten waterplanten 1.

Reproductie en migratie

De eieren worden vanaf half april tot begin juli gelegd. Tijdens een legsel worden er 6 tot 13 eieren gelegd. Deze komen na 21 tot 23 dagen uit. Na de mei tot eind augustus worden de jongen waargenomen 1.

Vanaf augustus verlaten de zomertalingen Nederland en na eind september is de hoofdmoot weg uit Nederland. De soort overwinterd hoofdzakelijk ten zuiden van de Sahara in Afrika. In maart komen de vogels weer aan in Nederland. In april en mei verspreiden de vogels zich binnen Nederland of trekken verder 1.

Leeftijd en mortaliteit

Een overstroming leidt tot het mislukken van broedsels 1. Predatie van het nest komt bijna niet voor doordat de zomertaling zich zo goed kan verstoppen 1. Echter leidt deze verstopt strategie ook tot sterfte, vaak wordt door het maaien van de vegetatie zowel nest als zomertaling vrouwtje getroffen 1.

Dosis-effect relaties

Stoomdiagram


Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Nesthabitat Zomertaling | HGI Leefgebied algemeen Zomertaling"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Broedgebied Zomertaling"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Taludvorm | Oevertype | Aantal koeien | Beheer en Peil | Overstromingen "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Nesthabitat Grauwe gans"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Stroomsnelheid water | Areaal ondiep open water | Chloride gehalte | Vegetatie "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Leefgebied algemeen Zomertaling"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Breedte oevervegetatie | Hoogte vegetatie "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Oevertype"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="geometrisch gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Maaitijdstip | Grondwaterstand "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Peil en beheer"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Aandeel open water | areaal ondiep water "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Areaal ondiep open water"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];



Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Oevergewassen & drijvende waterplanten | Vegetatietypen "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Vegetatie"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];


Dosis-effect relaties

Zie ook Algemeen - Vis-etende vogels en Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels voor algemene rekenregels voor vogels.

Door Sierdsema 1995 is ...................Aartsen et al 2.

Bar chart for Open water showing HSI by aandeel open water (%)

aandeel open water (%)

HSI

0 - 10

0

10 - 30

0.7

30 - 70

1

70 - 100

0.2

Referentie: 1

Bar chart for Taludvorm showing HSI by taludvorm (graden)

taludvorm (graden)

HSI

0 - 10

1

> 10

0.2

Referentie: 1

Bar chart for Stroomsnelheid water showing HSI by stroomsnelheid water (klassen)

stroomsnelheid water (klassen)

HSI

niet

1

zwak

1

matig

0.5

snel

0

Referentie: 1

Bar chart for Areaal ondiep water showing HSI by areaal ondiep water (ha)

areaal ondiep water (ha)

HSI

0

0

2

0.5

10

1

20

1

Referentie: 1

XYline chart for Grondwaterstand showing HSI by grondwaterstand(cm)

grondwaterstand(cm)

HSI

-40

0

-30

0.5

-10

1

17.5

1

50

0

Referentie: 1

Bar chart for Overstromingen showing HSI by moment van overstroming (periode)

moment van overstroming (periode)

HSI

geen

1

april - juli

0

aug - maart

1

Referentie: 1

Bar chart for Chloridegehalte showing HSI by chloridegehalte (mg/L)

chloridegehalte (mg/L)

HSI

0 - 300

1

> 300

0

Referentie: 1

XYline chart for Oevergewassen en drijvende waterplanten showing HSI by Oevergewassen en drijvende waterplanten (klassen)

Oevergewassen en drijvende waterplanten (klassen)

HSI

veel aanwezig

1

weinig aanwezig

0.5

afwezig

0

Referentie: 1

XYline chart for Breedte oevervegetatie showing HSI by breedte oevervegetatie (m)

breedte oevervegetatie (m)

HSI

0

0

2

0.5

5

1

10

1

Referentie: 1

XYline chart for Hoogte vegetatie showing HSI by hoogte vegetatie (cm)

hoogte vegetatie (cm)

HSI

0

0

10

0.8

20

1

50

1

100

0

Referentie: 1

Bar chart for Vegetatietypen showing HSI by vegetatietypen (klassen)

vegetatietypen (klassen)

HSI

gras

1

zegge/rus

1

riet

0.5

riet/ruigte

0.2

struik/bos

0

Referentie: 1

XYline chart for Aantal koeien showing HSI by aantal koeien (aantal koeien/ha)

aantal koeien (aantal koeien/ha)

HSI

0

1

3

0

5

0

Referentie: 1

Bar chart for Maaitijdstip showing HSI by maaitijdstip (klassen)

maaitijdstip (klassen)

HSI

tot 15 juni

0

15 juni tot 1 juli

0.7

na 1 juli

1

Referentie: 1

Onzekerheid en validatie

Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek 1.

Toepassingsgebied

Deze rekenregels zijn opgesteld voor de zomertaling en zijn van toepassing op het bepalen van het broedgebied van deze soort 1.

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema

  • No labels