Slobeend - Anas clypeata

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Slobeend - Anas clypeata

Regio

Nederland, Europa

Watersysteem

Beken en meren, moeras, oevers, weilanden

Natuurparameter

vogels

HR nr

A056

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

rudidebruyne.be Foto: R. De Bruyne

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen (broed- en foerageerhabitat)

De slobeend broedt in Nederland in drassige weiden en broedt in stilstaand tot zwak stromend zoet en brak water. De meeste broedparen worden buitendijks aangetroffen. Wanneer slobeenden binnendijks broeden, hebben ze een voorkeur voor bredere poldersloten, weteringen en eendenkooien. Verder wordt er genesteld langs de slootkant, in het hooiland en griend en soms ook in een brede wegberm, maar hoge dichtheden broedparen worden alleen gevonden op open, vochtige graslandgebieden in de omgeving van sloten en kreken met modderige bodem en een rijke oeverbegroeiing. Alleen in natte jaren in de laaggelegen graslanden voor. Foerageren gebeurt veelal in het zelfde gebied als het broedgebied #1.

Voedselhabitat en strategie

De slobeend foerageert bij voorkeur in ondiepe, voedselrijke, stilstaande wateren met een modderige bodem. Ondiepe sloten zijn hierbij van groot belang: als deze niet worden aangetroffen is de dichtheid van aantallen slobeenden lager. Slobeenden foerageren in het water op in het water zwemmend klein dierlijk voedsel en plankton. Vooral kleine kreeftjes, weekdieren, insectenlarven, zaden en plantenresten worden gegeten #1.

Reproductie en migratie

Het broedseizoen begint in april, waarbij er 9 tot 11 eieren worden gelegd, en er wordt ongeveer 22 tot 25 dagen gebroed. Vanaf eind mei kan het vrouwtje met de jongen worden gezien. Na het uitkomen verlaat het vrouwtje met het kroost de broedplek en na 6 tot 7 weken kunnen de jongen vliegen. Rond die tijd worden de jongen ook onafhankelijk. Vanaf september begint de trek naar Noord-West Afrika of zuidelijker en in maart-mei komen de vogels terug naar Nederland #1.

Leeftijd en mortaliteit

Doordat de soort in de natte graslanden broedt, kunnen de koeien in dat grasland een verstoringbron zijn en een gevaar door vertrapping vormen. De soort is een relatief late broeder en heeft een sterke voorkeur voor goed ontwikkelde vegetatie. Maaien voor en tijdens de broed heeft dus een negatief effect. Kraaien, meeuwen, wezels en hermelijnen prederen tijdens het broedseizoen op de eieren #1.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram













Dosis-effect relaties

XYline chart for Open water showing HSI by aandeel open water (%)

aandeel open water (%)

HSI

0 - 10

0

10 - 30

0.7

30 - 70

1

70 - 100

0.2

Referentie: #1

XYline chart for Taludvorm showing HSI by taludvorm (graden)

taludvorm (graden)

HSI

0

1

8

1

> 10

0.2

Referentie: #1

Bar chart for Stroomsnelheid water showing HSI by stroomsnelheid water (klassen)

stroomsnelheid water (klassen)

HSI

niet

1

zwak

1

matig

0.5

snel

0

Referentie: #1

XYline chart for Areaal ondiep water showing HSI by areaal ondiep water (ha)

areaal ondiep water (ha)

HSI

0

0

2

0.5

10

1

20

1

Referentie: #1

XYline chart for Grondwaterstand showing HSI by grondwaterstand(cm)

grondwaterstand(cm)

HSI

-40

0

-30

0.5

-10

1

17.5

1

50

0

Referentie: #1

Bar chart for Overstromingen showing HSI by moment van overstroming (periode)

moment van overstroming (periode)

HSI

geen

1

april - juli

0

aug - maart

1

Referentie: #1

Bar chart for Chloridegehalte showing HSI by chloridegehalte (mg/L)

chloridegehalte (mg/L)

HSI

0 - 300

1

> 300

0

Referentie: #1

XYline chart for Breedte oevervegetatie showing HSI by breedte oevervegetatie (m)

breedte oevervegetatie (m)

HSI

0

0

1

0.5

5

1

10

1

Referentie: #1

XYline chart for Hoogte vegetatie showing HSI by hoogte vegetatie (cm)

hoogte vegetatie (cm)

HSI

0

0

10

0.8

20

1

50

1

100

0

Referentie: #1

Bar chart for Vegetatietypen showing HSI by vegetatietypen (klassen)

vegetatietypen (klassen)

HSI

gras

1

zegge/rus

1

riet

0.5

riet/ruigte

0.2

struik/bos

0

Referentie: #1

XYline chart for Aantal koeien showing HSI by aantal koeien (aantal koeien/ha)

aantal koeien (aantal koeien/ha)

HSI

0

1

3

0

5

0

Referentie: #1

Bar chart for Maaitijdstip showing HSI by maaitijdstip (klassen)

maaitijdstip (klassen)

HSI

tot 15 juni

0

15 juni tot 1 juli

0.7

na 1 juli

1

Referentie: #1

Ornithologisch Basisregister #2

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

++

++

rietvegetaties

 

 

ruigten

+

 

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

 

 

grasland

+

+

akkers

 

 

struwelen

+

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt gemaakt op de wateroppervlak, waterkant en bodem.

Het voedsel wordt gezocht op de wateroppervlak, waterkant, bodem en onder water.

De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van ondiep open water en grasland.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.

Toepassingsgebied

Nederland

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995

  • No labels