Alle berekeningen die worden uitgevoerd met het Nationaal Water Model zijn vastgelegd in workflows. Deze workflows leggen de datastromen vast van de centrale database naar de onderliggende modellen en modules en vice versa. Randvoorwaarden dienen daarvoor wel eerst geïmporteerd te worden in de centrale database. Het voordeel van het vastleggen van de datastromen in workflows is dat de berekeningen altijd op eenzelfde wijze worden uitgevoerd en dat rekenresultaten reproduceerbaar zijn. Een gebruiker hoeft hier niets voor te doen.

Hoewel de onderliggende data en modellen per onderdeel behoorlijk verschillen, zijn de workflows voor alle onderdelen vergelijkbaar van opzet. Alle workflows volgen in zekere mate het algemene blokkenschema zoals dat in Figuur 1 is weergegeven.

 

Figuur 1    Proces overzicht Nationaal Water Model

 

Hieronder volgt een nadere toelichting op het blokkenschema:

      1. Import randvoorwaarden in Delft-FEWS naar de Centrale Database (CDB):

    • randvoorwaarden voor simulaties met modellen (afvoeren, waterstanden, wind(richting), neerslag, temperatuur, etc.).
    • zowel voor huidig klimaat als voor klimaatscenario’s.

      2. Pre-processing (optionele stap):

    • combineren van randvoorwaarden (waterstanden, afvoeren, windrichting, windsnelheid).
    • aanmaken van ensembles.
    • interpoleren (in tijd en ruimte) van randvoorwaarden.

      3. Data export:

    • Randvoorwaarden (voor modellen) worden vanuit de centrale database geëxporteerd en via een modeladapter vertaald naar model specifieke invoer.

      4. Uitvoeren simulaties:

    • Delft-FEWS geeft een signaal dat de berekening kan worden gestart.
    • Delft-FEWS geeft mee voor welke periode het model moet draaien.

      5. Post-processing (optionele stap):

in sommige gevallen dienen de “ruwe” modelresultaten vertaald te worden naar bruikbare informatie. Voorbeelden hiervan zijn:

    • de vertaling van tijdseries (tijdstip 5 minuten) naar lopend gemiddelde en maximale waterstanden per locatie.
    • de vertaling van grid resultaten naar resultaten per as- of oever-locatie.

      6. De (eind)resultaten van een model run worden geïmporteerd in de centrale database en kunnen worden gebruikt in een vervolgstap. Een voorbeeld hiervan is:

    • LSM: berekening van de waterbeweging in waterlopen op basis van met het LHM berekende watervraag.

      7. Post-processing van uiteindelijke resultaten (optionele stap).

      8. Visualisatie gegevens in centrale database:

Alle gegevens die opgeslagen zijn in de database kunnen gevisualiseerd worden. Dit betreft zowel aangeleverde randvoorwaarden en meetgegevens als modelresultaten.

      9. Export gegevens naar archief:

Gegevens kunnen geëxporteerd worden richting het archief. Het archief slaat naast de gegevens zelf ook bijbehorende meta-data op.

      10. Download data:

Gegevens die opgeslagen zijn in het archief kunnen worden gedownload. De opgeslagen meta-data maakt het mogelijk om het archief te doorzoeken naar bepaalde datasets (zie "Open Archief" voor meer informatie over het archief).

  • No labels