Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin
scrollbar

Slobeend - Anas clypeata

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam

Wiki Markup
{scrollbar} h1. Slobeend - _Anas clypeata_ h1. Algemeen {section}{column:width=80%} || Algemene kenmerken || || | Naam

soort(en)groep

|

Slobeend

-

_

Anas

clypeata_ | | Regio |

clypeata

Regio

Nederland,

Europa

| | Watersysteem | Beken en

Watersysteem

Beken en meren,

moeras,

oevers,

weilanden (uitgestrekt) | | Natuurparameter | vogels | | HR nr | A056 | | Factsheet opgemaakt door |

weilanden

Natuurparameter

vogels

HR nr

A056

Factsheet opgemaakt door

M.P.

Weeber

|{column}{column:width=20%} | !Slobeend (http.rudidebruyne.be).jpg|thumbnail! | | [rudidebruyne.be] Foto: R. De Bruyne | {column}{section} h1. Habitat beschrijving h3. Algemeen voorkomen De slobeend broedt in de uitgestrekte en drassige weiden van Nederland. Het is dan ook niet verbassend, doordat het overgrote deel in cultuurland broedt, dat de slobeend te leiden heeft onder de intensivering van het agrarisch grondgebruik [#1]. De slobeend foerageert bij voorkeur in de ondiepe, voedselrijke, stilstaande wateren met een modderige bodem [#1]. Hoge dichtheden van broedparen worden alleen gevonden op open, vochtige graslandgebieden in de omgeving van sloten en kreken met modderige bodem en een rijke oeverbegroeiing [#1]. Ondiepe sloten zijn van groot belang, als deze niet worden aangetroffen zijn de dichtheden beduidend lager [#1]. Het broedgebied krijgt vorm door de grote rivieren, hier worden de meeste broedparen buitendijks aangetroffen. Binnendijks hebben de slobeenden echter een voorkeur voor de bredere poldersloten, weteringen en eendenkooien [#1]. Er wordt genesteld langs de slootkant in het hooiland in een griend en soms ook in een brede wegberm. De soort heeft een duidelijke voorkeur voor natte gebieden met moerasjes en komt alleen in natte jaren in de laaggelegen graslanden voor [#1]. De slobeend broed in slistaand tot zwakstromend, zoet tot brakwater [#1]. Doordat de soort in de natte graslanden broed vormen de koeien in dat grasland een verstoringbron en een gevaar door vertrapping [#1]. De soort is een relatief late broeder en heeft een sterke voorkeur voor goed ontwikkelde vegetatie. Maaien voor en tijdens de broed heeft dus een negatief effect [#1]. h3. Voedselhabitat en strategie Foerageren gebeurt veelal in het zelfde gebied als het broedgebied. De slobeenden foerageren in het water op in het water zwemmend klein dierlijk voedsel en plantaardige planton. Vooral kleine kreeftjes, weekdieren, insectenlarven, zaden en plantenresten worden gegeten [#1]. h3. Reproductie en migratie Het broedseizoen begint in april, waarin 9 tot 11 eieren worden gelegd, en er wordt ongeveer 22 tot 25 dagen gebroed. Vanaf eind mei kan het vrouwtje met de jongen worden gezien. Na het uitkomen verlaat het vrouwtje met het kroost de broedplek en na 6 tot 7 weken kunnen de jongen vliegen. Rond die tijd worden de jongen ook onafhankelijk [#1]. Vanaf september begint de trek naar Noord-West Afrika of zuidelijker en in maart-mei komen de vogels weer in Nederland [#1]. h3. Leeftijd en mortaliteit Kraaien, meeuwen, wezels en hermelijnen prederen tijdens het broedseizoen op de eieren [#1]. h1. Dosis-effect relaties h4. Stoomdiagram \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "HGI Nesthabitat Slobeend | HGI Leefgebied algemeen Slobeend" shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Broedgebied Slobeend" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Taludvorm | Oevervegetatie | Aantal koeien | Maaien en Grondwaterstand | Overstromingen " shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Nesthabitat Slobeend" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Stroomsnelheid water | Areaal ondiep open water | Chloride gehalte | Vegetatietypen " shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Leefgebied algemeen Slobeend" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Breedte oevervegetatie | Hoogte vegetatie " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Oevervegetatie" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Maaitijdstip | Grondwaterstand " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Maaien en Grondwaterstand" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ \\{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = " Aandeel open water | areaal ondiep water " shape = "record" ]; "node3" [ label = "Areaal ondiep open water" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ h4. Dosis-effect relaties Zie ook [Algemeen - Vis-etende vogels|Algemeen - Vis-etende vogels] en [Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels|Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels] voor algemene rekenregels voor vogels. Door Sierdsema 1995 is ...................Aartsen et al [#2]. {section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title= Open water|xlabel=aandeel open water (%)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || aandeel open water (%) || HSI || | 0 - 10 | 0 | | 10 - 30 | 0.7 | | 30 - 70 | 1 | | 70 - 100 | 0.2 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Taludvorm|xlabel=taludvorm (graden)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || taludvorm (graden) || HSI || | 0 - 10 | 1 | | > 10 | 0.2 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Stroomsnelheid water|xlabel=stroomsnelheid water (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || stroomsnelheid water (klassen) || HSI || | niet | 1 | | zwak | 1 | | matig | 0.5 | | snel | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Areaal ondiep water|xlabel= areaal ondiep water (ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || areaal ondiep water (ha) || HSI || | 0 | 0 | | 2 | 0.5 | | 10 | 1 | | 20 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} {section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Grondwaterstand|xlabel=grondwaterstand(cm)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || grondwaterstand(cm) || HSI || | -40 | 0 | | -30 | 0.5 | | -10 | 1 | | 17.5| 1 | | 50 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Overstromingen|xlabel= moment van overstroming (periode)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || moment van overstroming (periode) || HSI || | geen | 1 | | april - juli | 0 | | aug - maart | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Chloridegehalte|xlabel=chloridegehalte (mg/L)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || chloridegehalte (mg/L) || HSI || | 0 - 300 | 1 | | > 300 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Breedte oevervegetatie|xlabel=breedte oevervegetatie (m)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || breedte oevervegetatie (m) || HSI || | 0 | 0 | | 1 | 0.5 | | 5 | 1 | | 10 | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} {section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Hoogte vegetatie|xlabel= hoogte vegetatie (cm)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || hoogte vegetatie (cm) || HSI || | 0 | 0 | | 10 | 0.8 | | 20 | 1 | | 50 | 1 | | 100 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Vegetatietypen|xlabel=vegetatietypen (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || vegetatietypen (klassen) || HSI || | gras | 1 | | zegge/rus | 1 | | riet | 0.5 | | riet/ruigte | 0.2 | | struik/bos | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section}{section}{column:width=50%} {chart:type=XYline|title=Aantal koeien|xlabel= aantal koeien (aantal koeien/ha)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || aantal koeien (aantal koeien/ha) || HSI || | 0 | 1 | | 3 | 0 | | 5 | 0 | {chart} Referentie: [#1] {column}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Maaitijdstip|xlabel=maaitijdstip (klassen)|yLabel=HSI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || maaitijdstip (klassen) || HSI || | tot 15 juni | 0 | | 15 juni tot 1 juli | 0.7 | | na 1 juli | 1 | {chart} Referentie: [#1] {column}{section} h3. Ornithologisch Basisregister [#2] || ecotoop-gebied || nest || voedsel || | open water | ++ | ++ | | rietvegetaties | | | | ruigten | + | | | zandige, open ruigten en pioniersvegetaties | | | | heide stuifzand, veen, open duin | | | | grasland | + | + | | akkers | | | | struwelen | + | | | bos | | | | bebouwd gebied | | | | open gebied | | | Het nest wordt gemaakt op de wateroppervlak, waterkant en bodem. Het voedsel wordt gezocht op de wateroppervlak, waterkant, bodem en onder water. De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van ondiep open water en grasland. h1. Onzekerheid en validatie (!) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd. Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek [#1]. h1. Toepassingsgebied Deze rekenregels zijn opgesteld voor de slobeend en zijn van toepassing op het bepalen van het broedgebied van deze soort [#1]. h1. Voorbeeld project Niet aanwezig h1. Referenties 1 {anchor:1} Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996 2 {anchor:2} Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON.

Column
width20%

Image Added

rudidebruyne.be Foto: R. De Bruyne

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen (broed- en foerageerhabitat)

De slobeend broedt in Nederland in drassige weiden en broedt in stilstaand tot zwak stromend zoet en brak water. De meeste broedparen worden buitendijks aangetroffen. Wanneer slobeenden binnendijks broeden, hebben ze een voorkeur voor bredere poldersloten, weteringen en eendenkooien. Verder wordt er genesteld langs de slootkant, in het hooiland en griend en soms ook in een brede wegberm, maar hoge dichtheden broedparen worden alleen gevonden op open, vochtige graslandgebieden in de omgeving van sloten en kreken met modderige bodem en een rijke oeverbegroeiing. Alleen in natte jaren in de laaggelegen graslanden voor. Foerageren gebeurt veelal in het zelfde gebied als het broedgebied #1.

Voedselhabitat en strategie

De slobeend foerageert bij voorkeur in ondiepe, voedselrijke, stilstaande wateren met een modderige bodem. Ondiepe sloten zijn hierbij van groot belang: als deze niet worden aangetroffen is de dichtheid van aantallen slobeenden lager. Slobeenden foerageren in het water op in het water zwemmend klein dierlijk voedsel en plankton. Vooral kleine kreeftjes, weekdieren, insectenlarven, zaden en plantenresten worden gegeten #1.

Reproductie en migratie

Het broedseizoen begint in april, waarbij er 9 tot 11 eieren worden gelegd, en er wordt ongeveer 22 tot 25 dagen gebroed. Vanaf eind mei kan het vrouwtje met de jongen worden gezien. Na het uitkomen verlaat het vrouwtje met het kroost de broedplek en na 6 tot 7 weken kunnen de jongen vliegen. Rond die tijd worden de jongen ook onafhankelijk. Vanaf september begint de trek naar Noord-West Afrika of zuidelijker en in maart-mei komen de vogels terug naar Nederland #1.

Leeftijd en mortaliteit

Doordat de soort in de natte graslanden broedt, kunnen de koeien in dat grasland een verstoringbron zijn en een gevaar door vertrapping vormen. De soort is een relatief late broeder en heeft een sterke voorkeur voor goed ontwikkelde vegetatie. Maaien voor en tijdens de broed heeft dus een negatief effect. Kraaien, meeuwen, wezels en hermelijnen prederen tijdens het broedseizoen op de eieren #1.

Dosis-effect relaties

Stroomdiagram













Dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel open water (%)
dataOrientationvertical
titleOpen water
typeXYline
yLabelHSI

aandeel open water (%)

HSI

0 - 10

0

10 - 30

0.7

30 - 70

1

70 - 100

0.2

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeltaludvorm (graden)
dataOrientationvertical
titleTaludvorm
typeXYline
yLabelHSI

taludvorm (graden)

HSI

0

1

8

1

> 10

0.2

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid water (klassen)
dataOrientationvertical
titleStroomsnelheid water
typebar
yLabelHSI

stroomsnelheid water (klassen)

HSI

niet

1

zwak

1

matig

0.5

snel

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelareaal ondiep water (ha)
dataOrientationvertical
titleAreaal ondiep water
typeXYline
yLabelHSI

areaal ondiep water (ha)

HSI

0

0

2

0.5

10

1

20

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelgrondwaterstand(cm)
dataOrientationvertical
titleGrondwaterstand
typeXYline
yLabelHSI

grondwaterstand(cm)

HSI

-40

0

-30

0.5

-10

1

17.5

1

50

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmoment van overstroming (periode)
dataOrientationvertical
titleOverstromingen
typebar
yLabelHSI

moment van overstroming (periode)

HSI

geen

1

april - juli

0

aug - maart

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelchloridegehalte (mg/L)
dataOrientationvertical
titleChloridegehalte
typebar
yLabelHSI

chloridegehalte (mg/L)

HSI

0 - 300

1

> 300

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbreedte oevervegetatie (m)
dataOrientationvertical
titleBreedte oevervegetatie
typeXYline
yLabelHSI

breedte oevervegetatie (m)

HSI

0

0

1

0.5

5

1

10

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelhoogte vegetatie (cm)
dataOrientationvertical
titleHoogte vegetatie
typeXYline
yLabelHSI

hoogte vegetatie (cm)

HSI

0

0

10

0.8

20

1

50

1

100

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelvegetatietypen (klassen)
dataOrientationvertical
titleVegetatietypen
typebar
yLabelHSI

vegetatietypen (klassen)

HSI

gras

1

zegge/rus

1

riet

0.5

riet/ruigte

0.2

struik/bos

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaantal koeien (aantal koeien/ha)
dataOrientationvertical
titleAantal koeien
typeXYline
yLabelHSI

aantal koeien (aantal koeien/ha)

HSI

0

1

3

0

5

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmaaitijdstip (klassen)
dataOrientationvertical
titleMaaitijdstip
typebar
yLabelHSI

maaitijdstip (klassen)

HSI

tot 15 juni

0

15 juni tot 1 juli

0.7

na 1 juli

1

Referentie: #1

Ornithologisch Basisregister #2

ecotoop-gebied

nest

voedsel

open water

++

++

rietvegetaties

 

 

ruigten

+

 

zandige, open ruigten en pioniersvegetaties

 

 

heide stuifzand, veen, open duin

 

 

grasland

+

+

akkers

 

 

struwelen

+

 

bos

 

 

bebouwd gebied

 

 

open gebied

 

 

Het nest wordt gemaakt op de wateroppervlak, waterkant en bodem.

Het voedsel wordt gezocht op de wateroppervlak, waterkant, bodem en onder water.

De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van ondiep open water en grasland.

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek #1.

Toepassingsgebied

Nederland

Voorbeeld project

Niet aanwezig

Referenties

1

Anchor
1
1
Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2
Anchor
2
2
Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995