You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 29 Next »

1.1 Opstarten Nationaal Water Model

Het NWM wordt gestart met de Application Launcher van Delft-FEWS.

<vaststellen inlogprocedure>

De gebruiker kan controleren of hij verbinding heeft en kan starten met werken zodra in de balk met sessie gegevens het blokje X van roze naar groen verspringt.
Roze = bezig met verbinding maken met centrale database & initializeren applicatie
Groen = verbinding is gemaakt, er kan gestart worden met werken.  

 

1.2 Overzicht schermen Nationaal Water Model

1.2.1 Hoofdscherm (Deels herformuleren tot puntsgewijze instructies, zodat overzichtelijker wordt waar de nodige info staat).

Nadat het NWM is opgestart wordt het hoofdscherm getoond (figuur 1). In dit scherm is in de bovenbalk een dropdown menu te vinden, met daaronder een toolbar met knoppen (zie ook figuur 2).  Aan de linkerzijde van het scherm zitten twee tabbladen:  'Interactive' en 'Data Viewer' . Bij het opstarten van het NWM staat automatisch het tabblad 'Interactive' open. Aan de rechterzijde bevind zich in default modus de kaartweergave. Deze kaart is opgebouwd uit een aantal kaartlagen zoals rivieren, kanalen en waterschappen. Daarnaast maakt de achtergrondkaart ook gebruik van openstreetmap. De kaart kan worden in- of uitgezoomd door aan het wieltje van de muis te draaien. De kaart kan worden verschoven door de kaart met de rechtermuisknop aan te klikken en vervolgens te verschuiven. Onderaan het hoofdscherm bevinden zich de knoppen 'Logs', die na aanklikken het meldingenscherm laat zien, en 'Forecaster Notes', waarin eigen meldingen kunnen worden aangemaakt. De onderste balk geeft gegevens over de huidige sessie weer, waaronder de gebruiker en de tijd.

Meer informatie over het hoofdscherm is te vinden in het hoofdstuk FEWS Explorer van de Delft-FEWS User Guide.

 

Figuur 1. Het beginscherm met de verschillende onderdelen.

 

Figuur 2. De knoppen van de toolbar: 1. Tijdreeksen bekijken, 2. Gridweergave, 3. Starten workflow, 4. Systeembeheer, 5. Management modelruns , 6. Topologie, 7. On-Line Help.

1.2.2 Data Viewer

Het tabblad 'Data Viewer' maakt het mogelijk om selecties van tijdreeksen te maken. Na het selecteren van een databron en de bijbehorende locatie(s) en parameter(s) is het mogelijk om een grafiek op te tonen door op de knop 'Tijdreeksen bekijken' in de toolbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om een grafiek op te starten zijn via het menu <Extra>, <Tijdreeksen bekijken>, of via de shortcut <Ctrl+D>. In de grafiek kan worden in- en uitgezoomd door met de muis een selectie te trekken of door aan het wieltje van de muis te draaien.

De tijdreeksen kunnen in tabelvorm worden getoond door op de knop 'Tabel' te drukken of via de shortcut <F7>. De tijdreeksen kunnen worden geexporteerd naar een aantal formaten door (eventueel) een selectie te maken van de gewenste tabel data, op de rechtermuisknop te klikken, en 'Bewaar als..' te kiezen (figuur 3).

Meer informatie over de data viewer is te vinden in het hoofdstuk Data Display and Data Editor van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.

Figuur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.

 1.2.3 Gridweergave

In de gridweergave kan dynamische rasterinformatie worden getoond, zoals Waqua grids en NHI resultaten. Ook kunnen hier de tijdreeksen op polygonen worden getoond, waarbij de polygonen volledig worden ingekleurd afhankelijk van de actuele waarde. Ook kunnen de waarden van puntlocaties worden getoond. Door dubbel te klikken op een locatie in de gridweergave wordt de tijdreeks in een grafiek getoond. (Herfomuleren, onduidelijke info). 

De gridweergave kan worden gestart door op de knop 'Gridweergave' in de toolbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om de gridweergave te starten zijn via het menu <Extra>, <Gridweergave>, of via de shortcut <Ctrl+G>. Figuur 4 laat de Gridweergave zien in dit geval voor het deelprogramma Rijnmond Drechtsteden (actuele kruinhoogten).

Meer informatie over de gridweergave is te vinden in het hoofdstuk Spatial Display van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 4. Gridweergave in het NWM.

1.2.4 Workflows starten - Standaard

De workflows staan geordend per onderdeel en scenario of strategie in folders in het tabblad 'Interactive'. Na het openen van een scenario of strategie folder worden de bijbehorende workflows zichtbaar (figuur 5, stap 1). De T0 (figuur 5,  stap 2), 'Initial state' en 'Forecast length' kunnen worden aangepast, waarvan de laatste twee in het pop up scherm 'Taakuitvoer opties' (figuur 5, stap 3) te vinden zijn. 

Start een workflow door deze te selecteren en vervolgens op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' te klikken (figuur 5, stap 4), of gebruik de shortcut <Shift+F9>. Het topologie venster geeft weer hoe verschillende workflows met elkaar samenhangen. Zie ook 1.2.8.

Voor Veiligheid zijn deze default op de juiste datum-tijd gezet (de reden hiervoor is dat voor Veiligheid worden events doorgerekend). Deze default instellingen kunnen gecontroleerd worden in een testwaarden tabel (link naar Testwaarden). Voor Zoetwater staat ook de juiste voorkeurs datum-tijd standaard ingesteld, hierbij geldt dat de berekening voor hele jaren moet worden uitgevoerd (1 jan tot 1 jan). Voor meerjarige berekening dient het expert scherm gebruikt te worden  (paragraaf 2.2.5, zie meerjarige berekeningen). Het instellen/aanpassen van de Initial state en Forecast length is in principe alleen bedoeld voor het uitvoeren van  testsommen, bijv. voor het draaien van kortere runs dan de default instellingen.

 In tabel 1 en 2 zijn overzichten te zien van welke taken bij alle workflows horen; wat er gedaan wordt per taak staat verder uitgewerkt in de hoofdstukken Zoetwater  en Veiligheid.

Figuur 5. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Selecteren workflow folder, 2. Eventueel aanpassen T0, 3. Eventueel aanpassen initiele condities en forecast length, 4. Starten workflow.

 

Tabel 1.

Zoetwater

Landelijk

LHM

(tick)

LSM

(tick)

LSM light

(tick)

LTM

(tick)

export LKM (WQINT)

(tick)

BIVAS

(tick)


Tabel 2.

Veiligheid

Rijn

Maas

RMM

IJsselmeer

Markermeer

IJssel-Vechtdelta

Importeer randvoorwaarden

(tick)

(tick)

(tick)

 

 

(tick)

Run Sobek update

 

 

(tick)

 

 

 

Run Sobek

 

 

(tick)

 

 

 

Run WAQUA model

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run WAQUA model

-          for an update

-          without wind

-          with open barrier

-          with correct working barrier

 

 

 

 

 

(tick)

Run PostProcessing WAQUA

(tick)

(tick)

 

 

 

(tick)

Run HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Run PostProcessing HydraZoet

(tick)

(tick)

 

(tick)

(tick)

(tick)

Export resultaten naar archief

(tick)

(tick)

 

 

 

(tick)


1.2.5 Workflows starten - Expert

Door de knop 'Starten workflow' in de toolbar (figuur 2) aan te klikken, of via het menu <Extra>, <Starten Workflow>, of via de shortcut <Ctrl+M> wordt het scherm geopend waarbinnen workflows kunnen worden aangepast (Figuur 6). Een workflow kan worden geselecteerd in het dropdown menu onder <Taak>. Verder kan de T0 en de begintoestand van de workflow worden ingesteld. Optioneel kan er een omschrijving aan de taak worden meegegeven. Door op uitvoeren te klikken wordt de taak gedraaid.

Meerjarige berekeningen (mbv knop 'Voorbereide taak uitvoeren...'):

Met deze knop kan je 'batchruns' uitvoeren voor ZW door een xml script te openen waarin de taken voor meerdere jarenstaan gedefinieerd. Standaard staat er een set aan batchscripts klaar voor een langjarige run (1981-2006). De (expert-)gebruiker kan ook zelf nieuwe batchscripts maken en gebruiken voor het starten van een meerjarige berekening. (screenshot van batchscript toevoegen)

Meer informatie over het starten van workflows in het 'Start workflow' scherm is te vinden in het hoofdstuk Manual Forecast Display van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 6. Scherm voor het aanpassen van workflows.

 

1.2.6 Systeembeheer

Het systeembeheer toont standaard een aantal zaken zoals logmeldingen, status van de servercomponenten, gedefinieerde en actueel draaiende workflows.

Het systeembeheer kan geopend worden door de knop 'Systeembeheer' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Systeembeheer>, of via de shortcut <Ctrl+S>.

Meer informatie over het systeembeheer is te vinden in het hoofdstuk 'System Monitor' van de Delft-FEWS User Guide.

1.2.7 Management Modelruns

Management Modelruns geeft de mogelijkheid tot het beheren van de modelruns, het goedkeuren van actuele modelruns en het instellen van een verlooptijdstip.

Management Modelruns kan worden geopend door de knop 'Management Modelruns' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Management Modelruns>, of via de shortcut <Ctrl+F>.

Meer informatie over Management Modelruns is te vinden in het hoofdstuk 'Forecast Manager' van de Delft-FEWS User Guide.

1.2.8 Topologie

De topologie geeft in een blokkenschema weer hoe verschillende workflows binnen een topology node met elkaar verbonden zijn. Zie 2.2.4 voor meer informatie over topology nodes en bijbehorende workflows.

De topologie kan worden geopend door de knop 'Topologie' in de toolbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Topologie>, of via de shortcut <Ctrl+T>.

1.2.9 Debuggen - Expert

Binnen Delft-FEWS is een aantal debug mogelijkheden beschikbaar. Deze geven de ervaren gebruiker meer inzicht in de werking van het FEWS systeem. De debug opties zijn beschikbaar gesteld onder de F12 knop in de FEWS Explorer. Via het menu dat dan zichtbaar wordt zijn onder andere de volgende handige functionaliteiten beschikbaar:

  • 7. ID's visible 
    • Toont naast de labels van de locaties ook de ID's die in de FEWS configuratie gebruikt zijn.
  • J. Open database viewer 
    • Toont de runs die aangemaakt zijn (figuur 7).
  • K. Open workflow navigator
    • Toont de taken die onder elke workflow hangen.


Figuur 7. Database viewer.

1.3 Exports: het Archief (GeoNetwork) en OPeNDAP

Wanneer het exporteren van data onderdeel is van een workflow, dan worden deze data of op de OPeNDAP server of in het Archief op GeoNetwork geplaatst. De locatie van de data is afhankelijk van de vorm. Gaat het om NetCDF bestanden, dan komen deze terecht in het Archief. Gaat het om bestanden in het originele bestandsformaat, dan worden deze op de OPeNDAP server opgeslagen.

Het Archief is te bereiken via de website http://tl-tc063.xtr.deltares.nl:8080/geonetwork/srv/dut/main.home . Inloggen kan met de gebruikersnaam archive en het wachtwoord nwm-arch-geo. Op de pagina's Uitvoerparameters Veiligheid en Uitvoerparameters Zoetwater is terug te vinden welke NetCDF files geexporteerd worden. Informatie over zoeken in het Archief en het downloaden van de data is terug te vinden in de Gebruikershandleiding Geonetwork.  

De OPeNDAP server is te bereiken via de website ... .

 

1.4 NWM versie van berekeningen

We raden aan om in de Omschrijving van de Workflow/Taak de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid. In het geval er een export naar het Archief of Deltaportaal van de resultaten wordt gedraaid waarbij de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de OpenDAP beheerder moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde netCDF file aanpassen. De geëxporteerde netCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid.

1.5 Wat is er nieuw in het NWM?

- Topologyscherm

- Koppeling KNMI'14

- Naamgeving scenario's

- Overzichtelijke structuur

- Koppeling waterbalanstools

 

  • No labels