You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 24 Next »

Home

Kokkel - Cerastoderma edule

Algemeen

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Kokkel - Cerastoderma edule

Regio

Nederland, Europa

Watersysteem

zee

Natuurparameter

weekdieren

Factsheet opgemaakt door

V. Harezlak en K.E. van de Wolfshaar

Foto:Erik Veldhuis, Bron: wikipedia

RWS model

Binnen RWS zijn er een aantal pogingen gedaan om habitatgeschiktheidsmodellen voor de kokkel op te stellen:

• Het model voor de Oosterschelde
• Het model voor de Waddenzee
• Het model voor de Westerschelde

Het Oosterschelde en Waddenzee model worden in 1 rapport behandeld 1. Het Westerschelde model was bedoeld om de steltloperverspreiding te modelleren, die qua voeding afhankelijk is van de kokkel. De modellering van de kokkelverspreiding in deze studie heeft niet het gewenste opgeleverd: de respons curven zijn afgeleid uit gegevens van een helft van de Westerschelde en werden gevalideerd met gegevens van de andere helft van de Westerschelde. Hieruit bleek dat het model te weinig voorspelkracht had (pers. comm. F. Twisk). Uit deze informatie wordt afgeleidt dat de omzetting van het RWS kokkelmodel naar HABITAT het Oosterschelde en Waddenzee modellen betreft. Deze modellen zijn hieronder uitgewerkt en toegelicht voor toepassing in HABITAT. De respons curven in beide modellen zijn afgeleidt via de Generalized Linear Modelling (GML) methode 2 1. Beide modellen hebben andere respons curven en zullen als zodanig ook apart gepresenteerd worden.

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De Kokkekl komt voor in de Atlantische Oceaan en randzeeën, van Noordoost-Noorwegen tot West-Afrika, en de Middellandse Zee.

Milieurandvoorwaarden

De kokkel komt laag in het intergetijdengebied voor, ingegraven in zand, slib of fijn grind. Het is een zoutwatersoort, maar komt tot minimale zoutgehaltes van 2 promille nog voor. Voor het voorkomen in Nederland betekent dit dat de kokkel vooral in de Waddenzee en in estuaria te vinden is 3. In de omgezette modellen is dit impliciet al als randvoorwaarde meegenomen. De groeisnelheid van kokkels is negatief gecorreleerd met slibgehalten 4, doordat hoge slibgehalten de goede filtercapaciteit in de weg staat 5. Droogvaltijd is ook van invloed op het voorkomen en ontwikkeling van de kokkel omdat een lange droogvalduur zorgt voor kortere blootstelling aan benodigde nutriënten 6 7 en geeft een grotere gevoeligheid voor strenge winters 8. Stroomsnelheid is in het kader van voedselvoorziening ook van belang doordat een te lage stroomsnelheid te weinig voedingsstoffen aanvoert, maar een te hoge stroomsnelheid kan leiden tot het uitspoelen van kokkels 910.

Dosis-effect relaties

Oosterschelde

Er is gekeken naar 6 verschillende variabelen die de biomassadichtheid van kokkels in de Oosterschelde kunnen verklaren: diepte, droogvalduur, stroomsnelheid, saliniteit, mediane korelgrootte en percentage slib. Door een te kort aan data zijn uiteindelijk de korelgrootte en percentage slib niet meegenomen en is de diepte aangenomen verdisconteerd te zijn in de droogvalduur. Uit de GML methode bleek vervolgens dat saliniteit niet significant bijdraagt aan de voorspelling van waar kokkels in de Oosterschelde voorkomen. Zodoende wordt voor het kokkelmodel in de Oosterschelde enkel de droogvalduur en de stroomsnelheid meegenomen. Door gebruik te maken van kokkeldata in de Oosterschelde is de biomassadichtheid omgezet in habitatgeschiktheid (Geurts van Kessel, 2003; Kater et al., 2004).


Stroomdiagram


Unknown macro: {flowchart}

graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Droogvalduur|Stroomsnelheid"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI algemeen"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];


Droogvalduur

Line chart for Droogvalduur showing HGI by droogvalduur (%)

zoutgehalte (PPT)

HGI

conditie

< 21

0

hoogwater

> 21

1

hoogwater

< 18

0

laagwater

> 18

1

laagwater

Referentie: 1
1 Spreekt van zoutgrenzen van circa 21 en 18 ppt. Indien meer informatie beschikbaar is dient deze aan de dosis-effect relatie te worden toegevoegd.
NB Voor conversie van PPT naar gCL/L: gCL/L=PPT/1.805

Xyline chart for Bodemtype showing HGI by mediane korrelgrootte (?m)

mediane korrelgrootte (?m)

HGI

<60

0

80

0

110

1

>130

1

Referentie: 2

Xyline chart for Waterstand tov NAP showing HGI by waterstand (m)

waterstand (m)

HGI

NAP -0.70

0

NAP -0.30

1

NAP +0.10

1

NAP +0.30

0

NAP +0.50

0

Referentie: 1
NB: Het gaat hier om de zone rond NAP wat nog lang genoeg onder waterstaat maar ook niet te diep is.

Xyline chart for Droogvalduur showing HGI by droogvalduur (uur)

droogvalduur (uur)

HGI

0

1

6

1

8

0

12

0

Referentie: 1

Bar chart for Slibgehalte showing HGI by slibgehalte (g/L)

slibgehalte (g/L)

HGI

<50

1

>50

0

Referentie: 1
Indien meer informatie beschikbaar is dient deze aan de dosis-effect relatie te worden toegevoegd.

Onzekerheid en validatie

Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn toepasbaar op zoute wateren in Nederland.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeld projekt voor de Kokkel.

Referenties

1 Kater, B.J., A.G. Brinkman, J.M.D.D. Baars en G.Aarts (2004): "Kokkelhabitatkaarten voor de Oosterschelde en Waddenzee", RICO document C060/03.
2 Geurts van Kessel., A.J.M., B.J. Kater en T.C. Prins (2003): "Veranderende draagkracht van de Oosterschelde voor kokkels", RIKZ document 2003.043, RIVO document C062/03, ISBN 90-369-3487-7.
3 Tydeman, P. Ecologisch profiel van de litorale kokkelbank (Cerastoderma edule). Werkdocument RIKZ/0596.617x Watersysteemverkenningen. 1995
4 Wanink, J.H. en L. Zwarts (1993): "Environmental effects on the growth rate of intertidal invertebrates and some implications for foraging waders", Neth. J. Sea Res 31, 407-418.
5 Verschoore de la Houssaye, J. (1998): "GISsen naar habitat- en ecotopenkaarten voor de Westerschelde", RIKZ afstudeeropdracht.
6 Danker, N. en J.J. Beukema (1981):"Distributional patters of macrozoöbenthic species in relation to some environmental factors", in: N. Dankers, H. Kühl, W.J. Wolff (Eds.): "Invertebrates of the Wadden Sea", Balkema, Rotterdam. 96-103
7 Zwart, L. (1988): "De bodemfauna van de Fries-Groningse waddenkust", R.IJ.P. flevobericht nr 294. 195 pp.
8 Strasser, M., T. Reinwald en K. Reise (2001): Differential effects of the severe winter of 1995/96 on the intertidal bivalves Mytilys edulis, Cerastoderma edule and Mya arenaria in the Northern Wadden Sea", Helgol. Mar.Res. 55, 190-197.
9 Verway, J. (1981): "The Cockie (Cerastoderma edule), Life histories of some important Wadden Sea invertebrates", in: N. Dankers, H. Kühl en W.J. Wolff (Eds.): "Invertebrates of the Wadden Sea", Balkema, Rotterdam. 155-116.
10 Wolff, W. J. (1973): "The estuary as a habitat", Zool. Verh, (Leiden) 126, 242.

  • No labels