IJsvogel - Alcedo atthis
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
IJsvogel - Alcedo atthis |
Regio |
|
Watersysteem |
|
Natuurparameter |
vogels |
HR nr |
|
Factsheet opgemaakt door |
M.P. Weeber |
Unable to render embedded object: File (Zomertaling (www.natuurfotoalbum.eu).jpg) not found. |
[natuurfotoalbum.eu] |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De ijsvogel is in Nederland voornamelijk te vinden op de hoge zandgronden in het oosten en het zuiden. Ze komen voor in het rivierengebied, de Veluwezoom,, Midden Nederland, binnenduinrand 1. In de broedtijd worden ze hoofdzakelijk langs zoete wateren aangetroffen. Hier broeden ze lang beken, kleine rivieren, kanalen, vaarten, (fort) grachten, vijvers, plassen en afgravingen 1. Het nest wordt gegraven in steile oevers in de wortelkluiten van omgevallen bomen of in zandwallen. Het nest wordt bijvoorkeur boven het water aangelegd 1. De aanwezigheid van bomen in het broedgebied wordt op prijs gesteld, maar is niet noodzakelijk. Wat echter wel noodzakelijk is zijn uitkijkposten boven of bij het water in de vorm van takken of riet 1. Er lijkt een voorkeur te bestaan voor snelstromende wateren dat helder is, echter wordt er door de ijsvogel ook gebroed langs stagnant en relatief troebel water. Door de snelle afvoer kunnen hoge waterstanden voor vertroebeling zorgen. Dit is ongunstig voor de ijsvogel 1.
Bij voorkeur wordt het nest op een halve meter boven de oever gebouwd met een voorkeurshoogte van de steilwand van 2 meter. Voor de steilwand is er een voorkeur voor leemhoudend zand 1. Zandige waterbodems zijn over het algemeen helder, met loss worden deze echter snel troebel 1. Sterke peilfluctuaties kunnen potentiële broedplaatsen in oevers ongeschikt maken. Nestingangen liggen bij voorkeur het liefst mogelijk zo hoog mogelijk boven het water, dit maakt predatie door ratten onmogelijk 1.
Voor het foerageergebied, dat vaak overlapt met het broedgebied, is het nodig dat er een gemiddelde minimale waterdiepte van 10 cm aanwezig is. Er bestaat een voorkeur voor de iets diepere wateren (> 20 - 30 cm). Echte diepe wateren zijn minder geschikt. In het foerageergebied dient een ruime hoeveelheid kleine vis van ca. 7 cm lang aanwezig te zijn. Binnen een straal van 5 km tot het nest wordt er gefoerageerd 1.
Voedselhabitat en strategie
Het dieet van de ijsvogel bestaan hoofdzakelijk uit kleine zoetwatervissen, mar ook waterinsecten behoren hier toe. In het zoute water worden zoutwatervis en aasgarnalen gegeten. Minder vaak worden kreeftachtigen, molluscen, landinsecten of amfibiën gegeten. De vis dient 7 cm en maximaal 10.3 cm groot te zijn om door de ijsvogel te kunnen worden gegeten 1.
Reproductie en migratie
De broedperiode ligt in februari tot augustus. Hierbij is twee broedsels normaal en uitzonderlijk drie broedsels. Gemiddeld worden er 6 tot 7 eieren gelegt in één legsel, die na 19 tot 21 dagen uitgebroed zijn. De jongen kunnen na 23 tot 27 dagen vliegen en enkele dagen hierna zijn ze al onafhankelijk 1.
De migratie vindt plaats van mei tot september. Hierbij blijven de vogels binnen Nederland of trekken naar aangrenzend westelijk Europa. In februari- maart raken de broedplaatsen weer bezet 1.
Dosis-effect relaties
Stoomdiagram
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Nesthabitat IJsvogel | HGI Voedselhabitat IJsvogel | HGI Broedgebied algemeen IJsvogel "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Broedgebied IJsvogel "
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Geschiktheid steilwand | Aantal steilwanden per km oever "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Nesthabitat IJsvogel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Geschiktheid water | Zichtdiepte | Overhangende takken "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Voedselgebied IJsvogel"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Waterdynamiek | Afstand steilwanden tot water"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Broedgebied algemeen Zwarte stern"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bodem steilwand | Lengte steil talud | Hoogte steil talud "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Geschiktheid steilwand"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="geometrisch gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Areaal open water | Breedte water | Gemiddelde waterdiepte "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Geschiktheid water"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bomen op oever | Zitplekken boven het water "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Overhangende takken"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Peilfluctuatie | Overstromingen "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Waterdynamiek"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
Dosis-effect relaties
Zie ook Algemeen - Vis-etende vogels en Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels voor algemene rekenregels voor vogels.
Door Sierdsema 1995 is ...................Aartsen et al 2.
Onzekerheid en validatie
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek 1.
Toepassingsgebied
Deze rekenregels zijn opgesteld voor de ijsvogel en zijn van toepassing op het bepalen van het potentieel broedgebied van deze soort nabij Rijkswateren 1. In Nederland vormen beken en kleine stromen op de hoge zandgronden in oost- en zuid Nederland het belagrijkste broedgebied van de IJsvogel. Beken vormen echter geen onderdeel van dit model. Vaarten, kanalen, rivieren en vergelijkbare wateren dienen als uitgangspunt voor dit model 1.
Voorbeeld project
Niet aanwezig
Referenties
1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema