Zwarte stern - Chlidonias niger
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Zwarte stern - Chlidonias niger |
Regio |
Nederland, Eurazië |
Watersysteem |
Moeras, intergetijdenzone, kust, plassen |
Natuurparameter |
vogels |
HR nr |
A197 |
Factsheet opgemaakt door |
M.P. Weeber |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De zwarte stern broed in laagveen moerassen, laagveengraslanden en moerassen in rivierkleigebieden. Kleine aantallen komen nog voor in vennen en hoogvenen. De voorkeur is ondiep water met veel drijvende vegetatie waarbij er wordt gebroed in middelgrote moerassen, dode rivierarmen, poelen, maar ook in sloten 1. De zwarte stern maakt vaak zijn nesten op krabbescheer (Straiotes aloides). Echter ook ander drijvend plantenmateriaal wordt geaccepteerd voor de nestbouw. Nu is dit vooral drijvende wortelstokken van Waterlellie, gele plomp, lisdodde, algenmatten, lage oevervegtatie of drijvend mateiraal als planken en boomstammen. Vooral in het rivierengebied worden nestvlotjes geaccepteerd 1. De zwarte stern is een koloniebroeder 1.
In de Rijkswateren worden de zwarte sterns vooral aangetroffen in de uiterwaarden van de grote rivieren. Het ontbreken van drijvende vegetatie maakt andere wateren ongeschikt 1.
De zwarte stern is verstoringsgevoelig. Hij heeft de voorkeur voor hoge bedekking van drijvende watervegetatie 1. Over het algemeen foerageert de Zwarte stern bij de broedplaats echter afstanden van 3 km zijn mogelijk 1. Peilfluctuatie moet beperkt zijn om het wegspoelen van nesten te voorkomen, evenals overstromingen 1. De gewenste stroomsnelheid is stilstaand tot langzaam stromend en zoete en brakke wateren worden gebruikt 1.
Voedselhabitat en strategie
De zwarte stern prefereert gebieden met veel grote insecten en kleine vis. De mogelijkheid om te kunnen variëren aan prooi is van belang. Ook amfibiën worden gegeten 1.
Reproductie en migratie
De kolonies zijn aanwezig van eind april tot eind juli - begin augustus. Het eileggen start in het algemeen vanaf 10 mei en het legsel bestaat uit 3 eieren. Na 19 tot 23 dagen zijn deze uitgebroed en na 16 tot 25 dagen zijn de jongen vliegvlug 1.
Vanaf juli trekt de zwarter stern naar de kust van tropisch Afrika. Vanaf eind april komen de vogels terug 1.
Leeftijd en mortaliteit
Bij gevaar verlaten de jongen de nesten. Zij schuilen dan in de nabijgelegen vegetatie. Dag-actieve predatoren maken bijna geen kans, echter nacht-actieve predatoren kunnen een sterke invloed hebben op het nest succes 1.
Dosis-effect relaties
Stoomdiagram
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "HGI Nesthabitat Zwarte stern | HGI Voedselhabitat Zwarte stern | HGI Leefgebied algemeen Zwarte stern"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Broedgebied Zomertaling"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Geschiktheid nestplaats | Dagelijkse peilfluctuatie | Overstromingen "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Nesthabitat Zwarte stern"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Wateroppervlak binnen straal van 3 km | Hooilanden binnen 3 km "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Voedselgebied Zwarte stern"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Breedte water | Beslotenheid landschap (bosopslag) | Oppervlakte moeraslandchap binnen 3 km "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI Leefgebied algemeen Zwarte stern"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Nestfaciliteit | Plaatsen met drijvende waterplanten (> 50 %) "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Geschiktheid nestplaats"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Nestplaatsen | Hoogte vlotje t.o.v. wateroppervlak "
shape = "record"
];
"node3" [
label = "Nestfaciliteit"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
Dosis-effect relaties
Ornithologisch Basisregister 2
ecotoop-gebied |
nest |
voedsel |
---|---|---|
open water |
++ |
++ |
rietvegetaties |
+ |
+ |
ruigten |
|
+ |
zandige, open ruigten en pioniersvegetaties |
|
|
heide stuifzand, veen, open duin |
|
|
grasland |
|
+ |
akkers |
|
|
struwelen |
|
|
bos |
|
|
bebouwd gebied |
|
|
open gebied |
|
|
Het nest wordt gemaakt op het wateroppervlak en aan de waterkant.
Het voedsel wordt gezocht op de onder water, aan het wateroppervlak, aan de waterkant, in de kruilaag en in de stuiklaag.
De bepalende factor van voorkomen is de aanwezigheid van ondiep open water, eilandjes en/of drijvende waterplanten en grote insecten, .
Onzekerheid en validatie
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Deze rekenregels zijn opgesteld aan de hand van een literatuuronderzoek 1.
Toepassingsgebied
Deze rekenregels zijn opgesteld voor de zwarte stern en zijn van toepassing op het bepalen van het potentieel broedgebied van deze soort nabij Rijkswateren 1.
Voorbeeld project
Niet aanwezig
Referenties
1 Van der Winden, J., Dirksen, S., Poot, M.J.M., 1996 . HSI-modellen voor 15 oevergebonden broedvogelsoorten. Ministerie van verkeer en waterstaat, Dienst weg en watebrouwkunde, Bureau Waardenburg, februari 1996
2 Sierdsema, H. Broedvogels en beheer. Staatsbosbeheer.SOVON. 1995